Onbedoeld of niet, in muziek is een link altijd gauw gevonden. In zijn ‘Fremde Szenen’ onderneemt Wolfgang Rihm een bewuste poging om de verbijstering van Schumanns eerste publiek te restaureren. Door bepaalde archetypisch Schumanneske motieven naar een twintigste-eeuwse toontaal te transponeren, ontstaat een herkenbare boog tussen oud en nieuw. Ook Schönbergs ‘Verklärte Nacht’ knoopt aan bij de componist uit Saksen. Net als diens eerste pianotrio start het werk somber in re klein, en eindigt het gelukzalig in re groot. Of zoals het onderliggende gedicht van Richard Dehmel het beschrijft: 'boven het dorre, koude woud klaart de verheven, helle nacht...'
Thomas Dieltjens, piano
Wibert Aerts, viool
Martijn Vink, cello